Zechariah 9

De vliegende boekrol

1Ik keek weer op en zag een boekrol die door de lucht vloog. 2‘Wat ziet u?’ vroeg hij. ‘Een vliegende boekrol!’ antwoordde ik. ‘Van ongeveer negen meter lang en vierenhalve meter breed.’ 3‘Deze boekrol,’ zei hij, ‘bevat de woorden van Gods vervloeking die over het hele land gaan. Daarin staat dat iedereen die steelt of liegt, ter dood veroordeeld is.’ 4‘Met deze vervloeking tref Ik het huis van iedere dief of van ieder die vals zweert bij mijn naam,’ zegt de Here van de hemelse legers. ‘Mijn vloek zal op dat huis rusten en het volkomen vernietigen, met houtwerk, stenen en al.’

Het vliegende vat

5De engel die met mij sprak, kwam dichterbij en zei: ‘Kijk eens! Daar komt iets aanvliegen door de lucht!’ 6‘Wat is het?’ vroeg ik. Hij antwoordde: ‘Het is een groot vat, gevuld met de zonden uit het hele land.’ 7Toen werd het loden deksel van het vat opgelicht en ik zag er een vrouw in zitten. 8De engel zei: ‘Zij stelt de goddeloosheid voor.’ Hij duwde haar terug in het vat en liet het zware deksel weer vallen. 9Toen zag ik twee vrouwen die naar ons toe vlogen, met vleugels als van een ooievaar. Zij pakten het grote vat op en vlogen hoog in de lucht ermee weg. 10‘Waar brengen zij het vat naartoe?’ vroeg ik de engel. 11‘Naar Babel,’ antwoordde hij. ‘Daar bouwen ze een huis voor de vrouw en als dat klaar is, zal ze daar op een voetstuk gezet worden.’ 12

Het visioen van de vier wagens

13Ik keek weer op en zag vier wagens die tussen twee bergen van koper uit kwamen. 14De eerste wagen werd getrokken door rode paarden, de tweede door zwarte, 15de derde door witte en voor de vierde waren gevlekte paarden gespannen. Het waren sterke paarden. 16‘Wat betekent dit allemaal?’ vroeg ik de engel. 17Hij antwoordde: ‘Dit zijn de vier hemelse geesten die voor de Here van de hele aarde staan. Zij trekken eropuit om de hun opgedragen taak te volbrengen.
Copyright information for NldHTB